logo gezondheidscoalitie tagline 1

Gezondheid door en voor iedereen

Wij willen BeterLeven

Gezondheid door en voor iedereen

Wij willen BeterLeven

Waarom de campagne #BeterLeven?

De crises van de afgelopen jaren hebben ons de limieten van ons gezondheidszorgsysteem alsook de ongelijkheden die deze met zich meebrengen aan het licht gebracht. Het is tijd voor een brede, inclusieve visie die iedereen in staat stelt in goede gezondheid te leven. Dat is het doel van het project beter leven:

30 concrete eisen om de levenskwaliteit voor iedereen te verbeteren. Het is een politieke keuze. Laten we ons mobiliseren zodat we vanaf de volgende regeringsperiode beter leven.

Onze factsheets

Om de 30 eisen van het BetterLeven 

programma te begrijpen

Wie zijn wij?

De Gezondheidscoalitie (het vroegere Platform voor Actie Gezondheid en Solidariteit) is een Belgisch initiatief dat verenigingen, mutualiteiten en vakbonden samenbrengt om gezondheidskwesties in België aan te pakken.

Deze verschillende leden besloten hun krachten te bundelen en hun inspanningen
te coördineren om de sociale en gezondheidsgevolgen van het neoliberale beleid te voorkomen.

Een nationale actie voor de gezondheid van iedereen

Download ons campagne-

materiaal

Lees onze whitepaper

Ons alternatief voor uw gezondheid!
We willen van je horen, je verhaal horen en je vragen beantwoorden. Neem contact met ons op...

Contact

vivremieux : une santé globale 

pour toutes et tous.

En comparaison avec d’autres pays européens, la performance du système belge de santé est actuellement acceptable. Pourtant, les inégalités de santé demeurent importantes dans notre pays. Elles s’expliquent en grande partie par l’influence des déterminants sociaux, mais aussi par des inégalités d’accès aux soins de santé.

L’état de santé des personnes (espérance de vie, mortalité infantile, obésité, assuétudes, etc.) varie fortement en fonction du milieu dont on est issu·e et dans lequel on vit. Difficultés d’accès à l’emploi et détérioration des conditions de travail, exposition aux crises du logement et environnementale, délitement du lien social, inégalités de genre, etc. sont autant de déterminants sociaux qui pèsent sur la santé des citoyen·ne·s. Selon les études, on évalue leur impact sur la santé à 60 % (15 % pour les facteurs biologiques et 25 % pour le système de soin).  Agir en faveur de la santé et de ses déterminants nécessite de mettre en œuvre une approche par continuum, de la promotion de la santé aux soins en passant par la prévention.

Les inégalités sociales de santé ne se résoudront pas en prônant la simple adoption de bons comportements de santé, mais bien en agissant sur les déterminants structurels des inégalités qui sont, eux, liés à des décisions collectives et politiques relatives aux modes de fonctionnement de la société et à un ordre social actuellement inégalitaire. Ainsi, si on améliore les conditions dans lesquelles les personnes naissent, grandissent et vieillissent, on améliorera leur santé. La santé se joue dans tous les domaines de la vie quotidienne et est fonction d’une multitude de facteurs qui l’influencent : il est donc nécessaire de déployer une vision politique intersectorielle de la santé et de prendre en compte la santé dans toutes les politiques.

Le sous-financement des soins de santé, la privatisation et la marchandisation des soins mettent aussi en danger notre système de soins de santé équitable et solidaire. En Wallonie et à Bruxelles, plus d’une personne sur trois déclare avoir renoncé à des soins pour des raisons financières en 2022 : l’accessibilité aux soins est mise à mal, mais cette question ne se réduit pas à une question financière. Les problèmes d’accès aux soins sont aussi d’ordres administratifs, organisationnels, communicationnels ou encore liés à la compréhension du système par les citoyen·ne·s. Cette réalité du manque d’accès aux soins est aujourd’hui exacerbée par la pénurie de soignant·e·s et le manque d’attractivité qui touchent de plein fouet les métiers du soin.

Le système de soins de santé devrait pourtant permettre à chacune et chacun (citoyen·ne belge ou non) de subvenir à ses besoins en santé. Pour améliorer l’accessibilité aux soins de santé, plusieurs orientations doivent être prises dans les années à venir : augmenter les investissements publics dans des objectifs de santé publique ; améliorer les conditions de travail des soignant·e·s ; garantir une meilleure accessibilité tarifaire ; et mettre en œuvre une planification et une organisation des soins qui garantissent, dans chaque territoire, l’identification des besoins de santé et la capacité à y répondre dans une logique d’universalisme proportionné.

vivremieux: gezondheid voor iedereen

In vergelijking met andere Europese landen zijn de prestaties van de Belgische gezondheidszorg momenteel aanvaardbaar. Toch blijven de ongelijkheden op gezondheidsvlak aanzienlijk in ons land. Dit is grotendeels te wijten aan de invloed van sociale determinanten, maar ook aan ongelijkheden in de toegang tot gezondheidszorg.

De gezondheidstoestand van mensen (levensverwachting, kindersterfte, obesitas, verslaving, enz.) varieert sterk naargelang de omgeving waarin ze zijn geboren en opgegroeid, en waarin ze nu leven. Moeilijke toegang tot werk en verslechterende arbeidsomstandigheden, blootstelling aan huisvestings- en milieucrisissen, het afbrokkelen van sociale contacten, genderongelijkheid, enz., zijn allemaal sociale determinanten die een impact hebben op de gezondheid van mensen. Studies schatten de impact ervan op de gezondheid op 60% (15% voor biologische factoren en 25% voor het gezondheidszorgsysteem)1 . Actie ondernemen om de gezondheid en haar determinanten te bevorderen vereist een continuüm: van gezondheidsbevordering via preventie tot zorg.

Sociale ongelijkheden met betrekking tot gezondheid kunnen niet worden opgelost door simpelweg te pleiten voor gezonde keuzes, maar door in te grijpen in de structurele determinanten van ongelijkheden, die verband houden met collectieve en politieke beslissingen over de manier waarop de maatschappij functioneert en de huidige ongelijke sociale orde. Als we de omstandigheden verbeteren waarin mensen worden geboren, opgroeien en ouder worden, zal dit hun gezondheid ten goede komen. Gezondheid beïnvloedt alle aspecten van het dagelijks leven en is het resultaat van een veelheid aan factoren die van invloed zijn. Daarom is het noodzakelijk om een intersectorale politieke visie op gezondheid te hanteren en doorheen alle beleidslijnen rekening te houden met gezondheid.

Ook de onderfinanciering van de gezondheidszorg, de privatisering en de commercialisering van de zorg brengen ons rechtvaardig en solidair zorgstelsel in gevaar. In Wallonië en Brussel zegt meer dan één op drie personen in 2022 dat ze om financiële redenen van zorg te hebben afgezien. De toegang tot zorg wordt ondermijnd, maar dit is niet louter een financiële kwestie. Problemen met de toegang tot zorg zijn evenzeer van administratieve, organisatorische, communicatieve aard, of hebben te maken met het inzicht van mensen in het systeem. Het gebrek aan toegang tot zorg wordt vandaag nog nijpender door het tekort aan zorgverleners en de geringe aantrekkelijkheid van zorgberoepen.

De gezondheidszorg moet echter iedereen (Belg of niet) in staat stellen om aan zijn of haar gezondheidsbehoeften te voldoen. Om de toegang tot de gezondheidszorg te verbeteren, moeten de komende jaren een aantal stappen worden gezet: de overheidsinvesteringen in volksgezondheidsdoelstellingen opvoeren; de arbeidsomstandigheden van zorgverleners optimaliseren; een betere toegang tot ziektekosten garanderen; en een planning en organisatie van de zorg invoeren die in elk gebiedsdeel garandeert dat de zorgbehoeften worden geïdentificeerd en dat er op een proportionele en universele manier op kan worden gereageerd.

Promouvoir la santé en agissant sur ses déterminants sociaux

En 2020, les écarts d’espérance de vie à la naissance entre la population disposant des meilleures conditions socioéconomiques et celle disposant des moins bonnes étaient de 9 ans chez les hommes et de 6 ans chez les femmes. L’état de santé d’une population est influencé par des facteurs biologiques (patrimoine biologique et génétique), par les soins de santé qu’elle peut recevoir, mais surtout par les déterminants sociaux. Il s’agit par exemple du niveau de revenus, du logement, du niveau d’éducation, de l’emploi et des conditions de travail, des habitudes de vie, des réseaux dont bénéficie la personne, de ses capacités d’adaptation et d’action, du genre et de la culture, mais aussi de l’environnement.

Les inégalités sociales de santé, souvent présentes depuis l’enfance, sont évitables et injustes. Surtout, elles ne sont pas la résultante de conduites individuelles, mais bien de conditions de vie liées à des décisions politiques à tous les échelons.

On ne peut pas non plus faire fi de notre appartenance à un monde globalisé. Entre 2030 et 2050, on s’attend à ce que le changement climatique entraîne, dans le monde, près de 250 000 décès supplémentaires par an dus à la malnutrition, au paludisme, à la diarrhée et au stress liés à la chaleur. C’est la raison pour laquelle la Coalition Santé soutient l’approche « One Health » (« une seule santé »), car préserver notre santé, c’est prendre soin de la planète et de tous les êtres vivants qui la peuplent. Renforcer la résilience du système de santé et assurer une couverture sanitaire universelle au niveau mondial sont aussi deux défis à relever pour prévenir les pandémies futures et lutter contre les inégalités.

Il faut donc favoriser la promotion de la santé et la prévention. La promotion de la santé entend agir sur les éléments favorisant l’émergence, le maintien, le développement du bien-être et de la santé. En ce sens, elle s’efforce de donner aux personnes et aux groupes les moyens d’agir favorablement sur tous ces facteurs qui influencent la santé. Elle tente aussi d’éclairer les responsables politiques des divers secteurs en les confrontant aux conséquences de leurs décisions sur la santé et en les responsabilisant à cet égard. Une politique de promotion de la santé exige donc l’action concertée de toute une série d’intervenant·e·s : gouvernements et autorités locales, secteurs de la santé, du social, de l’économie, etc., mais aussi les organismes bénévoles, l’industrie, les médias. Et, bien sûr, les communautés. Promouvoir la santé revient donc à favoriser collectivement la santé dans toutes les politiques et pratiques. Quant à la prévention, considérée comme comprise dans les politiques de promotion de la santé, elle consiste à prémunir contre les risques de maladies, la progression des maladies et les atteintes à la santé qui peuvent s’ensuivre.

L’importance des actions de prévention et de promotion de la santé ne fait plus l’objet de débats scientifiques. Ces deux axes ne captent pourtant qu’une part minime du financement global de la santé en Belgique. À titre illustratif, la part des dépenses consacrées à la prévention en Belgique s’élevait, en 2018, à 1,7 % des dépenses totales de santé (estimations du SPF Sécurité sociale).

Renforcer l’accessibilité des soins

Toutes les personnes vivant en Belgique (citoyen·ne·s belges ou non) doivent pouvoir s’assurer que leurs besoins soient rencontrés en matière de santé, ce qui suppose de garantir à toutes et à tous un accès à des soins de qualité. La logique d’universalisme proportionné, autrement dit des services et actions pour toutes et tous, mais avec une ampleur et une intensité proportionnelles aux besoins, doit être appliquée au système afin de diminuer les inégalités et de permettre à tout le monde d’être en meilleure santé. La question de l’accessibilité des soins est complexe. Plusieurs tendances sont à l’œuvre et divers freins à cette accessibilité doivent retenir toute notre attention. Les logiques de marchandisation et de privatisation ne peuvent en aucun cas dicter les règles de notre système de santé.

L’exemple le plus flagrant est sans doute celui de l’industrie pharmaceutique. Il existe aujourd’hui une absence totale de transparence en matière de régulation des prix des médicaments, les négociations entre les firmes et le gouvernement étant menées dans le plus grand secret, avec pour conséquence un manque à gagner colossal pour la sécurité sociale et un déficit d’accessibilité aux médicaments.

La course à la rentabilité financière se manifeste aussi dans les lieux de soins (hôpitaux, maisons de repos et maisons de repos et de soins, secteur des soins et de l’aide à domicile). Elle se fait au détriment de l’accessibilité (à titre d’exemple, la facture globale des patient·e·s en cas d’hospitalisation fait régulièrement l’objet de suppléments d’honoraires pour des séjours en chambres individuelles), mais aussi de la qualité de la prise en charge des personnes. Elle se traduit, aussi, par des conditions de travail qui se détériorent sans cesse, provoquant un manque d’attractivité des métiers du soin et des situations de pénuries. Ces pénuries entraînent des répercussions au niveau international par la captation de professionnels venant de l’étranger pour pallier nos besoins.

 Autre enjeu, celui de l’accessibilité tarifaire. Le taux de conventionnement, dispositif qui fixe les tarifs officiels des prestations et garantit aux patient·e·s un plafond tarifaire, diminue dans de nombre de spécialités. Tous ces phénomènes, conjugués à la privatisation des assurances de santé (DKV, assurances hospitalisation, etc.), favorisent le développement d’une médecine à deux vitesses.

Enfin, pour un système de soins accessible à toutes et tous, ces derniers doivent être planifiés, organisés, échelonnés. Dans chaque bassin de vie et de soins, il faut pouvoir identifier les besoins et avoir la capacité d’y répondre.

Ces problématiques illustrent les défis en matière d’accessibilité aux soins de santé pour les citoyen·ne·s et qui touchent davantage les publics défavorisés. Pensons notamment aux personnes exilées en situation irrégulière qui sont parmi les plus vulnérables. Elles sont les plus confrontées à des barrières d’accès au système sociosanitaire. Il paraît donc incontournable de réformer le dispositif de l’aide médicale urgente (AMU). Un non-recours important de cette aide sociale octroyée par les CPAS pour garantir l’accès aux soins à ces personnes est constaté. Ce dispositif devrait être simplifié, harmonisé entre les différentes CPAS, renforcé et faire l’objet d’une meilleure information. Dans le contexte de non-recours ambiant, la régularisation des personnes sans papiers constituerait sans aucun doute un des socles de l’amélioration de leur accès à la santé.

Le système s’essouffle. Il faut donc absolument pouvoir le revitaliser et le repenser, par le biais d’investissements publics (et non pas d’économies) et dans des objectifs de santé publique

Betaalbaarheid en tariefzekerheid garanderen

Toegang tot gezondheidszorg is nauw verbonden met de financiële toestand. Voor veel patiënten is gezondheidszorg onbetaalbaar geworden en een grote hap uit hun jaarbudget. In België bestaan er mechanismen om de toegang tot gezondheidszorg voor iedereen te garanderen. Dit is het geval met de overeenkomst tussen zorgverleners en mutualiteiten, die tariefzekerheid garandeert voor patiënten.

In tegenstelling tot geconventioneerde artsen stellen niet-geconventioneerde artsen hun eigen honoraria vast, waardoor de prijs van hun diensten stijgt en ze bijdragen aan een grotere ongelijkheid in de toegang tot gezondheidszorg. In dit geval, of het nu gaat om ambulante of intramurale zorg, betaalt de patiënt extra honoraria bovenop de eigen bijdrage. Sinds enkele jaren is er een trend naar het deconventioneren van een aantal dienstverleners en een stijging van de ziekenhuistoeslagen.

In België bijvoorbeeld zijn zes op de tien oogartsen niet geconventioneerd (8 op de 10 in sommige gebieden). Meer dan 40% van de logopedisten weigerde ook om de laatste overeenkomst te ondertekenen, terwijl dit percentage vroeger niet meer dan 10% bedroeg. Wat kinesitherapeuten betreft: hoewel hun opt-outpercentage relatief laag blijft, zijn de cijfers de afgelopen jaren verviervoudigd (3,4% van de procedures in 2016, 16,2% in 2019). Tandheelkundige zorg is een ander treffend voorbeeld van de gevolgen van stijgende kosten voor patiënten. Het percentage gedeconventioneerde tandartsen is gestegen van 28,9% in 2008 naar 40% in 2022.

Onder de armste 20% van de huishoudens heeft 10,4% afgezien van een tandheelkundige behandeling wegens gebrek aan middelen, vergeleken met slechts 1,2% onder de rijkste 20% – ongeveer 10 keer minder. In ziekenhuizen stegen de honorariumtoeslagen tussen 2015 en 2019 twee keer zo snel als de vergoedingen die door het RIZIV werden betaald. In 2021 zullen de honorariumtoeslagen op terugbetaalbare medische kosten voor ziekenhuisverblijven € 598 miljoen bedragen (€ 496 miljoen voor standaard ziekenhuisopname en € 102 miljoen voor daghospitalisatie).

In 2020 werd dus ongeveer een vijfde (20,8%) van alle uitgaven voor gezondheidszorg (exclusief ziekenhuiszorg) gedragen door patiënten, waarvan 16% via contante betalingen en 4,76% via vrijwillige aanvullende verzekeringen. Dit aandeel is aanzienlijk hoger dan in onze buurlanden. De stijging van de kosten voor gezondheidszorg treft vooral de meest kwetsbare groepen: werklozen, arbeidsongeschikten, mensen met een handicap en huishoudens die in armoede dreigen te vervallen.

Voor 15,7% van de huishoudens vormt medische zorg een grote financiële last. Dit aandeel stijgt tot 28,5% voor huishoudens die het risico lopen in armoede te vervallen (die minder dan 60% van het mediaan inkomen verdienen). Onbevredigde medische noden om financiële redenen worden vermeld door 15% van de mensen die het moeilijk hebben om in hun primaire behoeften te voorzien op het vlak van huisvesting, voeding, verwarming, enzovoort, tegenover slechts 1,2% van de mensen waarbij dat niet het geval is. Bijgevolg heeft in Wallonië en Brussel bijna één persoon op twee die zorg nodig had, die om financiële redenen uitgesteld.

Toeslagen en deconventionering zijn grote obstakels voor de toegang tot gezondheidszorg, vooral voor kwetsbare groepen. Het is daarom van vitaal belang om deze trend een halt toe te roepen. Fragiele groepen de toegang tot gezondheidszorg ontzeggen is een groot probleem dat om krachtige maatregelen vraagt. Er zijn wel degelijk alternatieven die gezondheidszorg betaalbaarder maken.

De afschaffing van gedeeltelijke conventionering, de versterking van beschermende statuten (OMNIO, maximumfactuur) en de regulering van de honoraria van zorgverleners zullen kwetsbare patiënten een betere toegang tot zorg bieden. Daarnaast is de versterking van het systeem van gezondheidscentra met forfaitaire financiering een absolute noodzaak als we de toegang tot zorg willen verbeteren en stappen willen zetten naar interdisciplinariteit.

EISEN:

1

Het aandeel van geconventioneerde zorgverleners in elk woon- en zorggebied verhogen (om een minimumdrempel van 80% te bereiken voor huisartsen, specialisten en tandartsen) door middel van stimulansen.

2

Afschaffing van gedeeltelijke conventionering en honorariumtoeslagen in ziekenhuizen.

3

Versterking van de bescherming voor de meest kwetsbare groepen (OMNIO-status die automatisch wordt toegekend en verhoging van de drempel van 10%).

Voor echelonnering en geplande zorg

De efficiëntie van een gezondheidszorgsysteem is gebaseerd op het principe van gespreide zorg, een hiërarchisch systeem van zorglijnen dat patiënten aanmoedigt om zo laag(drempelig) mogelijk in het zorgsysteem binnen te stappen. De huisartsen hebben hierin een beslissende rol. Door de noodzaak om naar het ziekenhuis te gaan te verminderen en mensen aan te moedigen om thuis te blijven, maakt gespreide zorg een globale en continue visie op zorg mogelijk en wordt een preventieve aanpak geïntegreerd. Het is minder duur voor het socialezekerheidsstelsel.

Gespreide toegang moet hand in hand gaan met een versterking van de eerstelijnszorg. De diensten moeten worden afgestemd op de gezondheidsbehoeften van de bevolking. Met de ontwikkeling van alternatieven voor hospitalisatie en vroegtijdige terugkeer naar huis, de toename van chronische ziekten (26% van de Belgische bevolking lijdt aan minstens één chronische ziekte) en de vergrijzing van de bevolking (19,1% van de Belgische bevolking zal ouder zijn dan 65 in 2020, tegenover 18,1% in 2015), probeert de eerstelijnszorg nu in te spelen op de toename.

Daarom moeten we in elk woon- en zorggebied kunnen garanderen dat de behoeften van de bevolking in kaart worden gebracht, dat er op basis van die behoeften volksgezondheidsdoelstellingen worden geformuleerd en dat er op die behoeften kan worden ingespeeld. Om dit te bereiken moet de eerstelijnszorg beter worden gepland en georganiseerd. Het tekort aan huisartsen in België (120 Belgische gemeenten zullen tegen 2022 een ernstig tekort aan huisartsen hebben) is eerder een weerspiegeling van de ongelijke spreiding van artsen over het land dan van een algemeen tekort. Sommige gebieden worden minder goed bediend dan andere, vooral op het platteland en in achtergestelde wijken in grote stedelijke centra.

Tijdens de vorige legislatuur hebben de stemmingen over het Geïntegreerd Sociaal Gezondheidsplan in Brussel en het Proxisanté-decreet in Wallonië de organisatie van de eerstelijnszorg enigszins verbeterd. Sinds 2010 reorganiseert ook Vlaanderen zijn eerstelijnszorglandschap in drie niveaus. Deze organisatie krijgt stilaan vorm. Maar opnieuw rijst de vraag welke middelen beschikbaar zullen worden gesteld om dit territoriale beleid uit te voeren. Welke reële slagvaardigheid zullen eerstelijnsgezondheidswerkers toebedeeld krijgen over de specifieke volksgezondheidskwesties voor hun gebied, in een context waar sociale ongelijkheden toenemen?

Naast de kwestie van middelen is er ook de kwestie van samenwerking tussen de verschillende overheidsniveaus. Een goede zorg- en hulpplanning hangt af van een reeks factoren waarvoor zowel de federale overheid, de gewesten als de gemeenschappen verantwoordelijk zijn. Een gecoördineerde aanpak en de goedkeuring van een interfederaal actieplan zijn dus noodzakelijk.

Een van de grootste obstakels voor het plannen van een aan de behoeften van de bevolking aangepast hulp- en zorgaanbod is namelijk het tekort aan personeel. Het antwoord op deze situatie moet zowel het financieringsbeleid voor de gezondheidszorg (federaal) als het beleid voor het hoger onderwijs (gemeenschapsbeleid) omvatten, evenals stimulansen voor vestiging (gewestelijk). Ter rechtvaardiging van de noodzaak om de samenwerking tussen bestuursniveaus te versterken, moet ook worden opgemerkt dat de federale overheid weliswaar controle heeft over de quota voor de uitoefening van de geneeskunde, maar dat het de gemeenschappen zijn die verantwoordelijk zijn voor de verdeling van de RIZIV-nummers over de verschillende specialismen. Tot slot is er de rol van de gewesten in de organisatie van de eerstelijnszorg.

Dit plan moet worden ontworpen op basis van de werkelijke behoeften van de bevolking, geobjectiveerd door een kadaster van het aanbod en een inschatting van de behoeften. In veel sectoren, vooral in de gehandicaptensector, is er momenteel geen duidelijke inventaris van bestaande zorg- en ondersteuningsdiensten. Deze kennis van de reële situatie op het terrein is essentieel om ervoor te zorgen dat aan de behoeften van de bevolking wordt voldaan. Het plan moet ook rekening houden met de geografische, demografische en socio-economische omstandigheden die de organisatie van zorg en hulp beïnvloeden.

Ten slotte vereist een effectieve spreiding van de zorg een heroverweging van de taakverdeling tussen de verschillende beroepsbeoefenaars. In de context van tekorten, overbelasting en een gebrek aan erkenning van bepaalde beroepen, is het dringend noodzakelijk om na te denken over de vaardigheden van elk van hen: een verpleegassistent is bijvoorbeeld in staat om bepaalde handelingen uit te voeren, waarvoor momenteel nog geen wettelijk kader is, waardoor de werklast van het beroep van verpleegkundige toeneemt. Deze verdeling moet plaatsvinden in overleg met vertegenwoordigers van de beroepen en gebruikers.

 

EISEN:

1

Een interfederaal actieplan voor gezondheidszorg vastleggen op basis van de werkelijke behoeften van de bevolking, rekening houdend met geografische en demografische factoren, maar ook met socio-gezondheids- en economische criteria. We moeten de behoeften objectiveren (in alle sectoren) om te kunnen anticiperen op het aanbod op basis van de vraag. Daarom willen we een kadaster van het aanbod en een telling van de werkelijke behoeften op basis van woon- en zorggebieden, in overeenstemming met onze wens voor een model van proportioneel universalisme in hulp en zorg.

2

De toegang tot opleidingen voor personeel in de gezondheidszorg faciliteren om alle beroepen aan te moedigen.

3

Echelonnering van zorg zodat de taken goed worden verdeeld tussen de verschillende zorgberoepen (artsen, verpleegkundigen, zorgassistenten, enz.).

Zorg- en ondersteunende beroepen herwaarderen

België kampt met een ernstig personeelstekort in de zorg- en sociale sector. De beroepen in de gezondheidszorg zijn niet langer aantrekkelijk omwille van de slechte arbeidsvoorwaarden en lonen. Opeenvolgende overheidsbezuinigingen in de gezondheidszorg hebben geleid tot een intensivering van het zorgaanbod (kortere ziekenhuisopnames, intensievere zorg thuis of in rusthuizen, …) voor alle professionals, al dan niet zorgverleners (administratief, logistiek, …). Het winstoogmerk dat te veel zorginstellingen drijft, laat weinig ruimte voor het menselijke, wat een verdere bron van demotivatie is.

In de praktijk zijn er steeds meer vacatures voor verpleegkundigen. Bijna de helft van de intensive care-verpleegkundigen in ons land overweegt ontslag te nemen omwille van de onhoudbare werkdruk en vreselijke arbeidsomstandigheden. Twee andere belangrijke cijfers illustreren dit probleem: het aantal langdurige afwezigheden is sinds 2018 met 20% gestegen en zorgambassadeur Candice De Windt raamde dat er tegen eind 2022 een tekort zou zijn van tussen de 20.000 en 30.000 verpleegkundigen. De pandemie heeft dit fenomeen zowel onder de aandacht gebracht als geaccentueerd. De gevolgen voor de gezondheid en het welzijn op het werk zijn vandaag de dag nog steeds voelbaar, met een hogere werkdruk en een verhoogd risico op burn-out in ziekenhuizen.

Tegen 2022 zullen 120 Belgische gemeenten ook een ernstig tekort aan huisartsen hebben (minder dan 50 artsen per 100.000 inwoners). Eén gemeente op twee in Wallonië en Vlaanderen en één op drie in het Brussels Gewest kampt met een tekort (minder dan 9 huisartsen per 10.000 inwoners), wat de vrees voor de verspreiding van ‘medische woestijnen’ doet ontstaan. Het probleem is niet nieuw en is geworteld in de communautaire problematiek van de verdeling van de RIZIV-nummers en de numerus clausus.

 

Meer in het algemeen worden alle beroepen in de zorg- en sociale sector getroffen. Het tempo en de werkdruk van deze jobs, in combinatie met de stress en het lage loon, zijn niet langer aantrekkelijk voor jonge professionals. Daardoor is er een tekort aan personeel, wat de werkdruk nog verhoogt van wie nog altijd aan boord is. Naast de menselijke kant van de zorg, is evenzeer het hele zorgsysteem van morgen in gevaar.

De gezondheidszorg verslechtert: ziekenhuizen en rusthuizen sluiten, wachtlijsten dikken aan, de selectieve patiëntkeuze neemt toe en een aantal patiënten wordt uitgesloten van zorg.

We kunnen niet toestaan dat onze gezondheidszorg in verval raakt door een gebrek aan voldoende en gemotiveerd personeel. Geconfronteerd met deze uitdagingen, willen we een ambitieus plan om de samenleving weer zorgzaam te maken, om de zorgberoepen nieuw leven in te blazen en om zorgverleners waardige arbeidsomstandigheden en een waardige verloning te bieden. Ook de opleidings- en stagesystemen moeten worden herzien. We moeten ervoor zorgen dat er voldoende ondersteuning van het onderwijs is om de massale uitval te voorkomen die de laatste jaren kenmerkend is voor de opleiding van zorgprofessionals, die te snel ‘productief’ moeten zijn, door een gebrek aan ondersteuning en een tekort aan zorgverleners in de instellingen die de stagiairs ontvangen.

EISEN:

1

Financiële middelen investeren in het verbeteren van de arbeidsomstandigheden en verloning van zorgpersoneel, met name verpleegkundigen en maatschappelijk werkers (het verminderen van de administratieve last en het verhogen van het aantal supervisors).

2

De besparingen door fusies/reorganisaties van ziekenhuisnetwerken moeten worden gebruikt om de arbeidsomstandigheden en het personeelsbeheer te verbeteren, zonder het budget te verlagen. Met andere woorden, een deel van de middelen gebruiken die elders bespaard worden om de arbeidsomstandigheden voor alle ziekenhuismedewerkers te verbeteren.

3

Een interfederaal plan om tegemoet te komen aan de lokale behoeften van de bevolking, in het bijzonder en als prioriteit voor de nabijheid van eerstelijnszorg- en hulpverleners. Werken aan de afschaffing van de federale quota voor het aantal artsen. Vandaag is er een groeiend tekort aan huisartsen in bepaalde gebieden (met inbegrip van tandartsen en bepaalde specialismen zoals oogartsen), met een toenemend uitstel van gezondheidszorg. Als gevolg daarvan neemt de directe vraag naar specialistische of ziekenhuiszorg toe. De afschaffing van de quota zal een impact hebben op het tekort aan zorgverleners.

De toegang tot eerstelijnshulp en gezondheidszorg faciliteren

Vandaag blijft de dekking door de verplichte ziekteverzekering ontoereikend. Ten minste 1% van de bevolking is niet gedekt. Volgens de WHO stijgt dit percentage tot 2% in Brussel, bij de 25- tot 40-jarigen en de zelfstandigen. Bovendien betalen Belgen gemiddeld ongeveer 19% van hun gezondheidskosten zelf, veel meer dan Nederlanders, Fransen of Duitsers.

In ons land heeft meer dan één op de drie burgers geen vaste huisarts. Dit probleem wordt alleen maar erger, aangezien het tekort aan huisartsen in het hele land blijft toenemen.

Als gevolg van de toenemende digitalisering en de onderfinanciering van intermediaire organen, hebben veel mensen geen toegang tot de informatie en het advies van lokale instanties zoals die van de mutualiteiten.

Als we de verdeling van de begrotingsmiddelen binnen het RIZIV analyseren, zijn de drie grootste uitgavenposten: honoraria voor artsen (9 miljard euro), farmaceutische benodigdheden (5 miljard euro) en ziekenhuisfinanciering (7,4 miljard euro). De democratie in de gezondheidszorg wordt ondermijnd door deze spreiding, die de tweedelijnszorg bevoordeelt ten koste van de eerstelijnszorg (huisartsen, thuisverpleegkundigen, medische centra, gezinsplanning, enz.). Toch is de eerste lijn dichterbij, beter aangepast aan de behoeften en meer op preventie gericht. Maar de macht blijft in handen van de curatieve sector.

Prestatiefinanciering (fee-for-service) van zorgverleners leidt tot een wildgroei, wat niet bevorderlijk is voor een holistische zorg voor patiënten, inclusief preventie en gezondheidsbevordering. Een dergelijk systeem leidt tot grote ongelijkheden in de toegang tot de gezondheidszorg. Zoals de WHO onlangs aangaf, is de kloof tussen de rijkste en armste gezinnen bij de toegang tot gezondheidszorg in België aanzienlijk groter dan in andere landen van de Europese Unie. Deze ongelijkheden in de toegang tot eerstelijnszorg en preventie leiden tot overgebruik van de spoedafdelingen van ziekenhuizen en een toename van het aantal acute behandelingen, wat de sociale zekerheid enorm op kosten jaagt.

Toch heeft de pandemie aangetoond hoe cruciaal het is om de coördinatie van ons gezondheidszorgsysteem te verbeteren, om het op te bouwen vanuit een brede basis die de eerste lijn van zorg vormt en om ervoor te zorgen dat elke burger toegang krijgt tot een lokaal multidisciplinair team.

EISEN:

1

De eerstelijnszorg ondersteunen om het tekort aan eerstelijnszorgverlenerstegen te gaan, met bijzondere aandacht voor de financiering van thuiszorg.

2

De coördinatie verbeteren en de forfaitaire financiering verhogen, gekoppeld aan kwaliteitscriteria, om betere zorg voor patiënten te garanderen, met de nadruk op continuïteit, interdisciplinariteit en meer geïntegreerde zorg.

3

Zorgen voor de herfinanciering van mutualiteiten en vakbonden, die een sleutelrol spelen bij het vaststellen van de behoeften en de toegankelijkheid van zorg, om lokale fysieke loketten of digitale hulpmiddelen te ontwikkelen in het hele land.

Adequaat gefinancierde zorg

In 2019 besteedde België 10,7% van zijn BNP aan gezondheidszorg. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, zijn deze overheidsuitgaven lager dan of gelijk aan die van de buurlanden, ook al blijven ze hoger dan het Europese gemiddelde. Vandaag wordt de begroting voor gezondheidszorg al te vaak beschouwd 1lse en budgettaire variabele, terwijl het zou moeten beantwoorden aan de behoeften van de bevolking en de volksgezondheidsdoelstellingen. Volgens de laatste ramingen voor de periode 2024-2028 voorspelt het Federaal Planbureau een gemiddelde jaarlijkse groei van de uitgaven voor gezondheidszorg van 4,1% voor langdurige zorg en 3,3% voor acute zorg. De ‘groeinorm’, d.w.z. de politieke keuze om de begroting voor gezondheidszorg elk jaar te verhogen, moet beantwoorden aan de behoeften (de ‘normale’ evolutie van de kosten voor gezondheidszorg en de ontwikkeling van innovatieve behandelingen) en mag geen besparingen toelaten, wat de vorige regering (Zweedse coalitie) deed door de groeinorm te verlagen tot 1,5%.

De onderfinanciering van de gezondheidszorg werkt de ontwikkeling van commerciële praktijken in de hand, en een te groot deel van de socialezekerheidsbijdragen van werknemers en werkgevers belandt in de zakken van de private commerciële sector (farmaceutische industrieën, gespecialiseerde zorgverleners, enzovoort). Als gevolg daarvan neemt de toegang tot zorg af en worden veel behoeften onvoldoende vergoed en gedekt door de ziekteverzekering. Dit is het geval voor tandheelkundige zorg, geestelijke gezondheidszorg, brillen en hoorapparaten, en bepaalde geneesmiddelen en behandelingen (bijvoorbeeld voor kanker). In 2019 werd 19% van de gezondheidszorgkosten in België gedragen door de burgers. De buurlanden doen het beter: 10,8% in Nederland, 12,5% in Duitsland en 9,2% in Frankrijk1.

Binnen het gezondheidszorgbudget zelf is er sprake van een aanzienlijk onevenwicht. Op dit moment zijn de drie grootste uitgavenposten van het RIZIV de honoraria van artsen, de financiering van ziekenhuizen en farmaceutische benodigdheden, waarbij die laatsten alleen al goed zijn voor bijna 20% van het budget.

Medicijnen zijn bijna volledig geprivatiseerd, van onderzoek tot apotheek, en kosten het publiek almaar meer. De prijs is niet direct gekoppeld aan de productiekosten, maar wordt bepaald – tijdens vaak geheime onderhandelingen – op basis van wat de staat (en het publiek) bereid is te betalen. Sommige onderzoeksprojecten worden bijvoorbeeld stopgezet omdat ze betrekking hebben op ziekten die bevolkingsgroepen treffen die te arm zijn om ervoor te betalen, of op zeldzame ziekten. Omgekeerd worden kolossale budgetten besteed aan de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen waarvoor een lucratieve markt bestaat, ook al bieden ze geen toegevoegde waarde voor de gezondheid. Sommige behandelingen kosten nu tienduizenden euro’s per persoon per jaar, terwijl de farmaceutische industrie tegelijkertijd een van de sectoren is die de hoogste dividenden uitkeert aan haar aandeelhouders.

De eerstelijnszorg krijgt het zwaar te verduren. Ze proberen de hoge noden het hoofd te bieden. Er is een schrijnend gebrek aan middelen en sommige regio’s staan bijzonder machteloos tegenover de toestroom van patiënten. Meer dan ooit moet het beleid zich inzetten om de veerkracht van de gezondheidszorg te waarborgen bij toekomstige crisissen (op gezondheids-, sociaaleconomisch, politiek en milieugebied). Dit vereist een algemene versterking van de sociale zekerheid en, daarbinnen, meer financiële steun voor alle eerstelijnsberoepen, inclusief preventie en gezondheidsbevordering.

EISEN:

1

De groeinorm voor het gezondheidsbudget verhogen tot minimum 3%, rekening houdend met de projecties van het Federaal Planbureau voor de periode 2024-2028 (4,1% voor langdurige zorg en 3,3% voor acute zorg). Deze groeinorm mag niet langer een budgettaire variabele zijn.

2

Budgetten herorganiseren en middelen toewijzen aan volksgezondheidsdoelstellingen en aan voor iedereen toegankelijke gezondheidszorg van hoge kwaliteit. Deze middelen moeten prioritair een sterke, toegankelijke eerstelijnszorg van hoge kwaliteit financieren, onafhankelijk van ziekenhuizen en met primaire preventiemaatregelen. Adequate en goed verdeelde financiering van de gezondheidszorg zal de commercialisering van de zorg verminderen en de zorg toegankelijker maken.

3

We moeten ook het budget voor gezondheidsbevordering verhogen tot 6% van het gezondheidszorgbudget, om te investeren in preventie in de breedste zin van het woord en om alle factoren die van invloed zijn op de gezondheid aan te pakken.

4

De uitgaven voor medicijnen transparent maken, zodat de juiste prijs wordt betaald, en de farmaceutische industrie verplichten om het budget te respecteren.

1 Gegevens voor 2018. Bron: Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, “De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België 2020”, maart 2021, p33. (https://socialsecurity.belgium.be/sites/default/files/content/docs/en/publications/silc/ silc-analyse-sociale-situatie-en-bescherming-belgië-2020-en.pdf)

Voor werk dat emancipeert

Musculoskeletale aandoeningen (MSA), stress, burn-out, bore-out, ongevallen, depressie, enzovoort. De gezondheid van werknemers stond nooit eerder zo onder druk. In België heeft een half miljoen werknemers meer dan een jaar niet kunnen werken (INAMI). De meeste van deze mensen hebben een ziekte die verband houdt met hun arbeidsomstandigheden (volgens de Christelijke Mutualiteit houdt 60% van de arbeidsongeschiktheid direct of indirect verband met de werkomgeving). Bij deze volksgezondheidskwestie zijn alle partijen betrokken die te maken hebben met gezondheid (gezondheidsbevordering, preventie op het werk, curatieve zorg), en ook de maatschappij als geheel.

We moeten ervoor zorgen dat beroepsziekten worden erkend en uitgebreid naar nieuwe werkgerelateerde ziekten (rugpijn, burn-out), arbeidsongeschiktheid (werkloosheid, integratietegemoetkoming) of alternatief werk dat weinig of niet wordt erkend (mantelzorgers, vrijwilligers). We moeten ook arbeidsongevallen voorkomen en ervoor zorgen dat ze beter worden erkend. Tot slot moet de rol van de vakbonden worden uitgebouwd, met name door de oprichting van preventiecomités die verantwoordelijk zijn voor de bevordering van de gezondheid in alle bedrijven met ten minste 20 werknemers.

Lijden op het werk mag niet onvermijdelijk zijn. We moeten dringend maatregelen nemen die leiden tot emancipatie op het werkveld, in het bijzonder door collectieve arbeidstijdverkorting, die kan worden toegepast op alle aspecten van een loopbaan.

EISEN:

1

Instrumenten invoeren om gezondheidswerkers, zowel op het gebied van gezondheidspromotie, preventie en bescherming op het werk als op het gebied van de organisatie van de gezondheidszorg (bedrijfsartsen, ziekenfonds- en familiale verzekeringsadviseurs, preventieadviseurs, verpleegkundigen, arbeidspsychologen en sociaal assistenten, enz.), overleg te laten plegen omtrent onderstaande zaken:

 

  • Bijdragen aan het samenvoegen van bestaande databases (bijv. Sciensano, Fédris, Inami, enz.) en deze aanvullen op basis van hun eigen ervaringen en die van werknemers.

 

  • Regelmatig geanalyseerde informatie terugsturen naar het werkveld met het oog op acties om de gezondheid op de werkplek te bevorderen.

 

  • De re-integratie van werknemers voor wie ze individueel verantwoordelijk zijn.
2

Alle sancties afschaffen, voor langdurig zieke werknemers of werklozen in het kader van de re-integratiewetgeving. Garanderen dat wie niet volledig arbeidsongeschikt is het recht heeft om terug te keren naar het werk - indien nodig met aangepaste taakinhoud - of zich te heroriënteren naar een nieuwe functie met de nodige opleiding, of zelfs - indien nodig - kan rekenen op voldoende middelen om in een nieuw bedrijf te werken of een nieuw beroep uit te oefenen. Kortom, het recht om te werken als burger garanderen, zelfs als men niet volledig arbeidsgeschikt is.

3

Door de huidige bevoegdheden van de CPBW’s (Comités voor Preventie en Bescherming op het Werk) uit te breiden, zou voor alle bedrijven met 20 of meer werknemers een gemeenschappelijk orgaan in het leven moeten worden geroepen dat verplichte adviezen over gezondheidsbevordering kan uitbrengen op basis van een risicoanalyse van deskundige werknemers met directe ervaring op de werkvloer.

Kwaliteitsvoeding voor iedereen

Naar schatting 600.000 mensen maken gebruik van voedselhulp in België (FBMD – verdeling van voedselpakketten, sociale restaurants en sociale kruidenierswaren). Dat is meer dan 5% van de bevolking. Het recht op voedsel is dus verre van gegarandeerd. Laat staan het recht op een waardige en autonome toegang tot voldoende, gezond voedsel van hoge kwaliteit dat beantwoordt aan de voedingsvoorkeuren van mensen.

Obesitas doodt 5 miljoen mensen per jaar, bijna twee keer zoveel als malaria, tuberculose en HIV samen (Institute for Health Metrics and Evaluation). In België is niet minder dan 16% van de volwassen bevolking zwaarlijvig (BMI ≥ 30) en 49% van de volwassen bevolking heeft overgewicht (BMI ≥ 25) (Sciensano). Sciensano schat ook dat overgewicht en obesitas de kosten voor gezondheidszorg met minstens 4,5 miljard euro per jaar de hoogte in stuwen.

De industrialisering van de voedselvoorziening verzwakt de voedingskwaliteit van voedsel, wat leidt tot talloze chronische ziekten. Een teveel aan suiker, zout en vet in bewerkte voedingsmiddelen leidt tot gezondheidsproblemen zoals obesitas, hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten en diabetes type 2. Naast deze chronische ziekten wordt obesitas gezien als een risicofactor voor het ontwikkelen van bepaalde soorten kanker, dementie en chronische nieraandoeningen. Overmatige consumptie van bepaalde additieven die door de voedingsindustrie worden gebruikt, is in verband gebracht met gezondheidsproblemen zoals allergieën, gedragsstoornissen en hormonaal onevenwicht.

Junkfood heeft niet alleen een negatieve invloed op de gezondheid, het draagt ook bij aan de klimaatcrisis. Voedsel, dat cruciaal is voor de menselijke ontwikkeling, ligt op het kruispunt van gezondheid, ecologie en sociale rechtvaardigheid. Toch is het bijna uitsluitend in handen van de privésector. Volgens een recent rapport van Greenpeace hebben de 20 grootste agrovoedingsbedrijven – marktleiders in de graan-, kunstmest-, vlees- en zuivelsector – in de boekjaren 2020 en 2021 53,5 miljard dollar verdiend voor hun aandeelhouders, ten koste van miljoenen ondervoede mensen.

Sociale ongelijkheid in toegang tot kwaliteitsvoedsel, de daaruit voortvloeiende ongelijkheid op gezondheidsvlak en het onhoudbare huidige voedselsysteem vragen om actie om de kwaliteit en toegankelijkheid van voedsel te verbeteren. Kwaliteitsvoedsel moet voldoende en evenwichtig zijn qua voedingswaarde, aangenaam voor de zintuigen, veilig en respectvol voor het milieu en de werknemers. Voedselkwaliteit moet gezondheids-, sociale, culturele en milieuaspecten combineren.

EISEN:

1

Het promoten van toegankelijk voedsel met een hoge voedingswaarde op basis van lokale en duurzame productie, waarbij gebruik voor landbouwdoeleinden en voedselingrediënten die schadelijk zijn voor de gezondheid worden beperkt of verboden. Dit houdt in:

 

  • Maatregelen nemen om het gebruik van meststoffen en pesticiden tegen 2030 meer dan te halveren als onderdeel van de Europese ‘van boer tot bord’-strategie, en boeren hierbij ondersteunen.

 

  • Lokale landbouw aanmoedigen via een nieuw regelgevend kader dat ook kleinschalige initiatieven toelaat om duurzaam en winstgevend te produceren.

 

  • Meer regulering en betere controle van de praktijken in de voedselindustrie.

 

  • De eliminatie van giftige producten uit de Europese landbouw door import van voedsel en export van gewasbeschermingsmiddelen.

 

  • Lokale, duurzame kwaliteitsproducten promoten.

 

  • Het aanbod in gemeenschappen optimaliseren.

 

  • Grotere financiële, culturele en geografische toegankelijkheid tot kwaliteitsaanbod.

 

  • De invoering van verlaagde btw op gezond voedsel dat lokaal en duurzaam is geproduceerd.
2

Strenge normen hanteren tegen reclame voor ongezond voedsel en producten die schadelijk zijn voor het klimaat en de biodiversiteit, vooral als die reclame gericht is op kinderen.

3

Een gezondere levensstijl aanmoedigen, bijvoorbeeld door strengere etiketteringsregelingen voor restaurants, bedrijven, scholen en organisaties die zich inzetten voor gezonde voeding. Fastfood, suikerhoudende dranken en andere ongezonde voedingsmiddelen in en rond scholen verbieden.

4

Om de toegang tot kwaliteitsvoedsel voor mensen in precaire situaties te bevorderen: de socialezekerheidsstelsels en -niveaus versterken om het gebrek aan financiële toegang tot kwaliteitsvoedsel tegen te gaan; een stabiele aanvoer van kwaliteitsvoedselhulp ondersteunen.

Waardige en toegankelijke huisvesting in een gezonde omgeving

Huisvesting is een fundamenteel recht. Het is een essentiële pijler van veiligheid en stabiliteit voor ieder van ons. Van alle niet-medische gezondheidsdeterminanten is het wellicht diegene die de meeste aspecten van het leven bepaalt. Volgens de Europese WHO zijn er in Europa elk jaar bijna 130.000 sterfgevallen die verband houden met slechte huisvesting. In het Verenigd Koninkrijk is vastgesteld dat het aantal sterfgevallen in de winter sterk samenhangt met de kwaliteit van de huisvesting. Dit heeft gevolgen voor zowel de geestelijke gezondheid (angst, depressie, enz.) als de lichamelijke gezondheid (verspreiding van infectieziekten, ademhalingsmoeilijkheden, enz.).

Voor een groeiend aantal mensen voldoet de huisvesting niet langer aan haar basisfunctie. In België slapen vandaag duizenden mensen op straat of in tijdelijke onderkomens. De laatste telling van daklozen in Brussel in november 2022 toont een stijging van bijna 20% aan van het aantal daklozen en mensen met een gebrekkige huisvesting in de hoofdstad. Duizenden andere mensen hebben moeite om hun huur te betalen: ook in Brussel zijn de huurprijzen tussen 2010 en 2020 met ongeveer 20% gestegen, exclusief indexering, en met 80% sinds 1986 (BBRoW). Deze stijging van de woonlasten, die het gevolg is van vastgoedspeculatie, het gebrek aan regulering van de huurprijzen en het tekort aan sociale woningen, overtreft ruimschoots de stijging van de inkomens. Tot slot wonen duizenden mensen in te kleine of ongeschikte woningen. Volgens de gepubliceerde Welzijnsbarometer inzake Gezonde Huisvesting van eind 2019 woont 41% van de kinderen in ons land in ondermaatse woningen en hebben ze daardoor tot vier keer meer kans op gezondheidsproblemen. En dan hebben we het nog niet eens over slecht geïsoleerde woningen, waar bewoners worden geconfronteerd met torenhoge energiekosten. Tot slot betekenen de kosten van huisvesting in sommige gebieden dat mensen die in de buurt werken geen woning kunnen vinden, waardoor ze gedwongen worden tot lange pendeltijden.

We moeten dringend maatregelen nemen om de stijging van de huurprijs te beperken en investeren om het aanbod en de kwaliteit van betaalbare woningen te verbeteren. Dit is noodzakelijk als we sociale onzekerheid en de schadelijke gevolgen daarvan voor de gezondheid van mensen willen tegengaan.

De verstedelijking van onze omgeving, steeds minder groene ruimtes, meer blootstelling aan lawaai, luchtvervuiling en hittepieken: in het algemeen verslechtert onze leefomgeving. En toch weten we dat deze verslechtering van de leefomgeving leidt tot hogere stressniveaus en minder levensvreugde, evenals slaap- en concentratieproblemen, angst en vroegtijdig overlijden. We moeten dus ook de achteruitgang van bepaalde gebieden tegengaan.

EISEN:

1

Steden en peristedelijke gebieden zo ontwerpen dat ze bestand zijn tegen klimaatverandering:

 

  • Meer groen, meer water en minder beton houden steden niet alleen koel tijdens hittegolven, maar maken ze ook gezonder en weerbaarder bij hevige regenval.

 

  • Ongebruikte of in onbruik geraakte grond in het hart van wijken weer ingebruiknemen als groene ruimte, volkstuinen, ontspanningsruimtes, therapeutische tuinen/ruimtes, zintuiglijke paden, enz. en biodiversiteit herintroduceren.

 

  • Bermen en gebieden met veel verontreiniging en concentraties van economische en industriële activiteit (lucht, bodem, water) saneren en herbegroeien en tegelijkertijd ’groene’ corridors voor zachte mobiliteit creëren.
2

Wat huisvesting betreft, huishoudens ondersteunen via een interfederaal pact voor huisvesting en energie:

 

  • Een engagement voor gezonde, toegankelijke woningen, in het bijzonder via premies voor huiseigenaars die renoveren, gemakkelijke toegang tot renovatiepremies en groepsaankopen voor renovaties, met bijzondere aandacht voor ventilatie, schimmel en geluidsisolatie.

 

  • Een extra inspanning leveren op het vlak van zowel kwantiteit als kwaliteit van sociale huisvesting.

 

  • Ervoor zorgen dat de duurzame transitie op een sociaal rechtvaardige manier plaatsvindt, met name door de huurprijzen te reguleren in overeenstemming met energie- en volksgezondheidsindicatoren.

 

  • Garanderen van voldoende huisvesting en fatsoenlijke huisvesting voor mensen die op straat leven, in het bijzonder door de ‘Housing first’-aanpak te ondersteunen.

 

  • Ervoor zorgen dat Fedasil haar wettelijke verplichtingen nakomt door onderdak te bieden aan alle personen die internationale bescherming zoeken.
3

Mobiliteit:

 

  • Het aanbod van openbaar vervoer uitbreiden en het netwerk ontwikkelen zodat het een echt aantrekkelijk alternatief voor de auto wordt.

 

  • Bedrijven, social profit/non-profitbedrijven en overheden aanmoedigen om meer  stimulans te bieden voor werknemers die te voet, met de fiets of met het openbaar vervoer naar het werk gaan.

Naar gratis, gelijk en gezondheidsbevorderend onderwijs

De levensverwachting van een man van 30 jaar met een diploma hoger onderwijs is gemiddeld zes jaar hoger dan die van een man van dezelfde leeftijd die het hoger secundair onderwijs niet heeft afgemaakt. Bij vrouwen bedraagt dit verschil 4,5 jaar (OESO-gegevens, 2021).

Problemen met overgewicht, geestelijke gezondheid of verslaving, prevalentie van chronische ziekten: er is een duidelijk verband tussen het opleidingsniveau en de gezondheidstoestand. Het reduceren van drempels om te leren en het ontwikkelen van onderwijsomgevingen en -programma’s die het gevoel van eigenwaarde, stressmanagement en het oefenen van psychosociale vaardigheden stimuleren, helpt fysieke en mentale gezondheidsproblemen te voorkomen.

Het is ook wetenschappelijk bewezen dat kinderen die opgroeien in een omgeving die bevorderlijk is voor hun gezondheid, beter presteren op school. Het omgekeerde is ook waar: ‘beter opgeleide’ kinderen worden gezondere volwassenen1 .

De kennis en vaardigheden die volwassenen via het onderwijs verwerven, stellen hen in staat om informatie over gezondheid en het gezondheidszorgsysteem beter te begrijpen, te evalueren en te gebruiken – met andere woorden, om meer gezondheidsvaardigheden te verwerven. Door het versterken van deze vaardigheden nemen ze niet alleen autonomer hun gezondheid in handen en meer betrokken bij hun zorg en behandeling, maar maken ze ook beter geïnformeerde keuzes over hun voeding, lichaamsbeweging en algemene levensstijl. Vandaag heeft in België 71,7% van de mensen met een diploma hoger onderwijs een afdoend niveau in gezondheidsvaardigheden, terwijl dit percentage daalt tot 43,2% voor mensen met een diploma lager onderwijs of zonder diploma (Sciensano, Gezondheidsenquête 2018).

Zorgen voor een goed opleidingsniveau is ook een krachtige stimulans voor sociale vooruitgang en het vermindert de sociale ongelijkheden op het vlak van gezondheid. Het ondersteunt de inzet van mensen voor de sociale veranderingen die nodig zijn voor collectieve gezondheid. Toegankelijk en egalitair kwaliteitsonderwijs bevordert de gezondheid van iedereen.

EISEN:

1

Echt gratis basis- en secundair onderwijs garanderen; de toegang tot basisopleidingen verbeteren door de studiekosten beter te reguleren; en de systemen voor levenslang leren versterken.

2

Gezondheidseducatieprogramma's opnemen in de lesroosters van scholen, de verschillende actoren op het gebied van gezondheid in de breedste zin van het woord mobiliseren (gezondheidspromotie, sociale en gezondheidsdiensten, mutualiteiten, sexuele opvoeding, media-educatie, enz.).

3

Investeren in onderwijs dat de ontwikkeling van psychosociale vaardigheden (omgaan met emoties en stress, zelfvertrouwen, luisteren naar je lichaam, kunnen samenwerken, enz.), gezondheidsvaardigheden (informatie over gezondheid kunnen filteren en analyseren, enz.) en andere nuttige levensvaardigheden (omgaan met de risico's van sociale media, mobilisatievaardigheden, enz.) ondersteunt.

1 Gezondheid 2020, WHO Europa.

Participatie op alle niveaus

In een coherent democratisch systeem moeten alle stakeholders in de samenleving op gelijke voet participeren. Zo heeft ieder mens het recht om deel te nemen aan het gezondheidsbeleid. Deze participatie is effectief gebleken bij het verbeteren van de gezondheid en het beperken van sociale ongelijkheden inzake gezondheid. Het doel is om solidariteit, gelijkheid, zelfredzaamheid (empowerment) en burgerschap te bevorderen.

Tijdens de pandemie kreeg de participatie van burgers inzake hun eigen gezondheid en in het gezondheidsbeleid echter een klap. Dat gold ook voor de betrokkenheid van gezondheidswerkers en maatschappelijk werkers, die essentiële bemiddelaars zijn. De pandemie was een goed voorbeeld van een terugval van de democratie: communicatie en beslissingen kwamen tot stand binnen het kader van een verticaal en eenduidig model dat vaak ver af stond van de realiteit van het leven van mensen.

Democratie in de gezondheidszorg moet worden georganiseerd en aangemoedigd in alle lagen van het systeem en het territorium: op het niveau van de relatie zorgverlener-patiënt of professional-gebruiker, op het niveau van groepen en diensten (bv. patiëntenverenigingen, gebruikerscomités), instellingen (overheidsdiensten, mutualiteiten, enz.) en politici, in hun verschillende machtsniveaus.

Deze horizontale benadering betekent dat gezondheidsinitiatieven beter aansluiten bij de diverse realiteit en bekommernissen van mensen, dat het wantrouwen tussen burgers en beleidsmakers afneemt en dat sociale ongelijkheden worden gereduceerd. Het gebruik van participatieve methoden maakt initiatieven voor gezondheidsbevordering relevanter, effectiever en legitiemer.

Burgerparticipatie heeft ook een direct effect op de persoonlijke gezondheid. Minder medicatie, een betere subjectieve gezondheid, minder eenzaamheid: dit zijn allemaal positieve gevolgen van participatie op het vlak van gezondheid (MC, UCLouvain, 2020).

Tot slot, volgens de psycholoog Yann Le Bossé, maakt een zekere mate van participatie door individuen, zoals het delegeren van macht of controle aan burgers over kwesties die zij belangrijk vinden, het mogelijk om hun vermogen om te handelen echt te ontwikkelen en bij te dragen aan een rechtvaardigere samenleving.

EISEN:

1

Op interfederaal niveau: de belangrijkste drijvende krachten en spelers in de burgermaatschappij, te beginnen met het Toekomstinstituut, samenbrengen om interfederale volksgezondheidsdoelstellingen te definiëren en te evalueren die de verschillende machtsniveaus overstijgen.

2

Op regionaal/communautair niveau: de mechanismen voor raadpleging en medebeheer van het volksgezondheidsbeleid versterken via de opgerichte organen, met meer aandacht voor de rol van vertegenwoordigers van burgers/begunstigden/gebruikers.

3

Op lokaal niveau: meer steun en coördinatie creëren voor de actoren in het veld (verenigingen, overheidsdiensten, medisch, sociaal-cultureel, gezondheid, onderwijs, enz.)

La campagna interessa la vostra organizzazione/associazione ?

¿Está su organización interesada en la Campaña?

Is uw organisatie geïnteresseerd in de Campagne?

Is your organisation interested in the Campaign?

Coming Soon

Votre organisation/association est intéressée par la Campagne ?

Onze prioriteiten

  • De begrotingen van de lidstaten moeten het mogelijk maken om, zonder druk van de EU, te reageren op de gezondheidsuitdagingen van vandaag en morgen (vergrijzing van de bevolking, verarming, chronische, psychische en beroepsziekten, enz.), zonder de werkdruk van gezondheidspersoneel te verhogen.
  • Solidariteitsmechanismen moeten de minder rijke landen meer steun bieden, zodat zij hun gezondheidspersoneel arbeids- en salarisvoorwaarden kunnen bieden die vergelijkbaar zijn met die van de rijkere landen. In deze context moeten programma’s als Europe4Health over veel grotere budgetten beschikken.
  • Het gaat hierbij om het harmoniseren van salarissen en arbeidsomstandigheden op het hoogste niveau, om echte bewegingsvrijheid voor professionals mogelijk te maken.
  • Europa moet de vrijheid van vestiging beperken als dit tot gevolg heeft dat de gezondheidszorgsystemen in kwetsbaardere landen in gevaar komen.
  • Europa moet de tussenkomst van particuliere bedrijven met winstoogmerk(z.g. detacheringsbureaus) in de “handel in witte jassen” verbieden, zowel in de landen van vertrek als in de landen van aankomst. Op dezelfde manier moet de EU de lidstaten toestaan de toegang tot de ‘gezondheidsmarkt’ te beperken voor particuliere exploitanten zoals uitzendbureaus of dienstverlenende bedrijven.

Onze prioriteiten

  • Europa moet een Europese organisatie ontwikkelen die onafhankelijk is van farmaceutische bedrijven en die universitair- en staatsonderzoek en de ontwikkeling van medicijnen en medische producten bevordert op basis van werkelijke kosten en geïdentificeerde behoeften, ook als deze niet winstgevend zijn.
  • Essentiële geneesmiddelen moeten “toegankelijk, beschikbaar, financieel betaalbaar en van goede kwaliteit zijn en goed gebruikt worden”, om tegemoet te komen aan de behoeften van miljarden mensen in Europa en elders in de wereld.
  • Als er een bron van hoogwaardige generieke geneesmiddelen beschikbaar is, moeten we daar prioriteit aan geven boven openbare aanbestedingen. Wanneer een geneesmiddel tegen een abnormaal hoge prijs wordt verkocht, moet de productie van kopieën van geneesmiddelen mogelijk worden gemaakt voordat het patent afloopt.
  • Europese instellingen, zoals het EMA en de Europese Commissie, moeten de ontwikkeling van nieuwe modellen voor onderzoek en ontwikkeling, productie en distributie van kwaliteitsproducten ondersteunen.
  • Op het gebied van onderzoek moet internationale samenwerking worden aangemoedigd en moet er publieke financiering worden verstrekt zonder de voordelen over te laten aan particuliere investeerders.
  • Het is noodzakelijk om het innovatieve karakter en de maatschappelijke en therapeutische behoefte beter te bepalen in relatie tot de alternatieven die al op de medicijnenmarkt beschikbaar zijn (bijvoorbeeld generieke geneesmiddelen en biosimilars). De samenwerking tussen de lidstaten en de Europese instellingen moet worden verbeterd om de waarde van een nieuw medicijn en de kosten van de ontwikkeling ervan te beoordelen.

Onze prioriteiten

  • De EU dient een centrale rol te spelen bij het verbeteren van de gezondheid door de diepere oorzaken aan te pakken, zoals sociale, ecologische, , gender-, arbeidsomstandigheden, enz., allemaal factoren die de gezondheid beïnvloeden. De EU moet sociale, milieu- en gezondheidsclausules integreren in alle maatregelen die van invloed zijn op de gezondheidsfactoren.
  • Het is dringend nodig dat Europa de onderlinge verbanden erkent tussen milieubescherming, klimaatuitdagingen, het economische systeem, de sociale rechtvaardigheid in onze samenlevingen en de gezondheidstoestand van de bevolking.
  • Europa moet de lidstaten ertoe aanzetten een standaard beleidsaanpak te implementeren die de gevolgen voor de gezondheid van elke beslissing in alle sectoren evalueert. Dit in overeenstemming met de WHO-aanbevelingen “gezondheid in alle beleidsmaatregelen”.
    (Voor meer informatie zie de WHO Promoting Health in All Policies)
    In die zin moet bijzondere aandacht worden besteed aan gezondheidseducatie vanaf jonge leeftijd en aan de bescherming van jongeren tegen reclame voor schadelijke producten (voedsel, plastic, dranken, enz.).
  • Op dezelfde manier moet de EU aanbevelingen over veiligheid en gezondheid op het werk dwingend opstellen, met sancties.

Onze prioriteiten

  • Beschouw de gezondheidsdemocratie zèlf als een factor van de gezondheid, maar ook als een garantie dat rekening wordt gehouden met alle andere factoren van de gezondheid. In die zin moet Europa deze logica integreren in zijn bevoegdheden (milieu, medicijnen, arbeidsomstandigheden, enz.)
    • Europa moet een model bevorderen dat horizontale samenwerking tussen gezondheidsactoren garandeert, met een rol voor patiënten als partners. Om dit te doen moet de EU landen ertoe aanzetten de erkenning van patiënten- en gebruikersverenigingen te versterken
    • de betrokkenheid van patiënten en gebruikers te vergroten in relaties met zorgaanbieders, zorginstellingen en op politiek niveau, waardoor de invloed van economische lobby’s wordt vermeden.
  • Europa moet een echte sociale dialoog tot stand brengen over het tekort aan gezondheidspersoneel door middel van een verbetering van arbeidsomstandigheden en salarissen; de Commissie moet de conclusies van deze sociale dialoog respecteren.
  • De EU moet de vakbonden een plaats geven die net zo belangrijk is als die van de werkgeversfederaties.
  • De EU moet de rol bestrijden van lobby’s met economische belangen op gebieden die direct of indirect van invloed zijn op de volksgezondheid.

Onze prioriteiten

  • De Europese Unie moet van de lidstaten eisen dat zij zorgen voor voldoende financiering door de overheid of via sociale zekerheidsbijdragen voor openbare en niet-marktgerichte gezondheidszorgdiensten, waardoor een verenigd en universeel systeem van sociale bescherming wordt gegarandeerd dat diensten biedt die voor iedereen toegankelijk, identiek en van hoge kwaliteit zijn.
  • De Europese Unie moet, in overeenstemming met de Pijler van Europese Sociale Rechten, streven naar universele toegankelijkheid van gezondheidszorg enerzijds door een hoog niveau van welzijn van de bevolking te garanderen en anderzijds door de toegang tot kwaliteitszorg voor de gehele bevolking zonder voorwaarden te garanderen.
  • De Europese Unie moet sanctiemechanismen instellen voor landen die kwetsbare groepen uitsluiten van sociale zekerheid en het beginsel van non-discriminatie bij de toegang tot kwaliteitszorg niet respecteren
  • De Europese Unie moet de Europese fondsen voor gezondheidsbevordering versterken en richten op lokale en niet-commerciële volksgezondheid. De Europese steun moet kunnen worden toegewezen aan personeelskosten.

Onze prioriteiten

  • Herzie de richtlijnen met betrekking tot openbare diensten en aanbestedingen die van toepassing zijn op de sectoren gezondheidszorg en sociale bescherming door strikte regels op te leggen voor kwaliteit en toegankelijkheid voor iedereen, terwijl de selectie van winstgevende diensten en financieel onafhankelijke bevolkingsgroepen wordt uitgesloten. Dit is in overeenstemming met SDG3. (Social Development Goal 3)
  • “Maak een gezond leven voor iedereen mogelijk en bevorder het welzijn van iedereen van alle leeftijden”. Zorg voor een sociaal stelsel dat iedereen toegang biedt tot essentiële gezondheidszorg en beschermt tegen financiële risico’s.
  • Eis sociale arbeidsvoorwaarden- en milieuclausules in vrijhandelsovereenkomsten die de sociale factoren van de gezondheid respecteren
  • Bescherm de gezondheidszorg en de sociale zekerheid tegen de honger van particuliere verzekeringen met winstoogmerk. Gezondheidszorgstelsels moeten uitsluitend worden gefinancierd door een publiek, non-profit sociaal stelsel.
  • De EU moet de lidstaten toestaan om alle logistieke en technische diensten, evenals producten, diensten en materialen die essentieel zijn voor hoogwaardige gezondheidszorgdiensten (geneesmiddelen, onderzoek, medische apparatuur, prothesen, enz.) te integreren in een gezondheidszorgentiteit/-exploitant. om hen te beschermen tegen commerciële misbruiken.
  • De EU moet de lidstaten toestaan strikte en allesoverheersende regels op te leggen aan publieke exploitanten, gericht op het uitsluiten van elk winst oogmerk.

Onze prioriteiten

  • De behoeften van de bevolking aan een goed sociaal beleid, vandaag en morgen, moeten als prioriteit worden gedefinieerd in de begrotingsbeslissingen van de lidstaten.
  • Sluit uitgaven voor gezondheidszorg en sociaal beleid uit van Europese begrotingskaders (“Gouden Regels”), inclusief begrotingsaanbevelingen in het kader van het Europees Semester. (In de praktijk dwingen deze kaders en aanbevelingen regeringen telkens weer tot bezuinigingen, óók op de begroting voor Zorg en Welzijn.)
  • Zet Europese solidariteit op de agenda, wat zich vertaalt in fiscale en sociale harmonisatie en in de strijd tegen belastingontduiking.
    • implementatie van de harmonisatie van de vennootschapsbelasting in alle lidstaten en de introductie van minimumtarieven
    • gecoördineerde maatregelen nemen tegen de wildgroei aan belastingregimes die gunstig zijn voor grote bedrijven.
  • Minimale gezondheidsnormen op Europees niveau opleggen, onder meer op het gebied van personeel en sociaal beleid die overeenkomen met de behoeften, mogelijk gemaakt door voldoende publieke/solidariteitsfinanciering (exclusief directe of indirecte financiering van de begunstigde).
  • Verbied de toewijzing van Europese fondsen die direct of indirect gericht zijn op gezondheidszorg en sociale zekerheid aan particuliere initiatieven met winstoogmerk. Deze middelen moeten uitsluitend worden gereserveerd voor publieke of niet-marktgerichte voorzieningen. Onder deze omstandigheden moet het Europe4Health-programma op een veel pro actievere manier worden gefinancierd.

Our priorities

  • Without pressure from the EU, Member States’ budgets must allow them to meet the health challenges of today and tomorrow (aging population, impoverishment, chronic, mental and occupational illnesses, etc.), without increasing the pressure on healthcare workers.
  • Solidarity mechanisms must provide greater support for less wealthy countries, enabling them to ensure that their healthcare staff enjoy working conditions and salaries comparable to those in wealthier countries. In this context, programs such as Europe4Health should have much larger budgets.
  • The aim is to harmonise salaries and working conditions at the highest level to allow professionals real freedom of movement.
  • Europe must restrict freedom of establishment if it results in health systems in weaker countries being jeopardised.
  • Europe must prohibit the involvement of private for-profit companies in the “white coat trade”, whether in sending or receiving countries. Similarly, the EU must allow Member States to limit access to the “health market” to private operators such as temporary employment agencies or service companies.

Our priorities

  • Europe must develop a European body that is independent of pharmaceutical companies, promoting university and state research, and the development of medicines and medical products based on a truthful cost and identified needs, even if they are not profitable.
  • Essential medicines must be “accessible, available, affordable, of good quality and well used”, in order to meet the needs of billions of people in Europe and elsewhere in the world.
  • When a high-quality generic resources are available, we must prioritise their acquisition through public procurement. Additionally, if a medicine is being sold at an abnormally high price, it should be allowed for the production of genetic copies before the expiration of the patent.
  • European institutions, such as the EMA and the European Commission, must support the development of new models for research and development, production and distribution of quality products.
  • In terms of research, international cooperation must be encouraged and public funding provided without leaving the benefit to private investors.
  • The innovative nature and the societal and therapeutic need must be better determined in relation to the alternatives already available on the drugs market (generic drugs and biosimilars, for example). Collaboration between Member States and European institutions must be improved to assess the value of new medicine and the cost of its development.

Our priorities

  • The EU has a central role to play in improving health by tackling the root causes, such as the social, environmental, ecological, gender, and working conditions determinants of health. The EU must integrate social, environmental, and health clauses into all measures affecting the determinants of health.
  • Europe urgently needs to recognise the interconnections between environmental protection, climate challenges, the economic system, social justice in our societies, and the state of public health.
  • Europe must urge the Member States to implement a cross-sectoral approach to policies by assessing the health consequences of each decision in all sectors, in line with the WHO’s “health in all policies” recommendations. https://www.who.int/social_determinants/french_adelaide_statement_for_web.pdf
    https://www.who.int/social_determinants/hiap_statement_who_sa_final.pdf
    With this in mind, particular attention must be paid to health education from the earliest age and to protecting young people from advertisements for harmful products (food, plastics, drinks, etc.).
  • Similarly, the EU must make its recommendations on health and safety at work coercive, with penalties.

Our priorities

  • Considering health democracy is important to ensure that determinants of health are accounted for. To this end, Europe must integrate this approach into its competencies (environment, medicines, working conditions, etc.).
  • Europe must promote a model that guarantees horizontal collaboration between healthcare players and with a place for patients as partners. To achieve this, the EU must encourage Member States to :
    • strengthen the recognition of patient and user associations
    • extend the participation of patients and users to relations with care providers, care institutions, and political levels, thus avoiding the influence of economic lobbies.
  • Europe must implement a real social dialogue on the shortage of healthcare workers by improving working conditions and salaries; the Commission must respect the conclusions of this social dialogue. The EU must give trade unions as important a role as employers’ federations.
  • The EU must combat the role of lobbies with economic interests in areas that have a direct or indirect impact on public health.

Our priorities

  • The European Union must demand that the Member States provide sufficient public funding or funding from social security contributions for public and non-market health services, guaranteeing a universal social protection system based on solidarity and offering services that are accessible to all, identical and of high quality.
  • The European Union must, in line with the European Social Rights Foundation, aim for universal access to healthcare, on the one hand by guaranteeing a high level of well-being for the population, and on the other by guaranteeing access to quality care for the entire population without conditions.
  • Implement sanction for countries that exclude vulnerable groups from social protection and do not respect the principle of non-discrimination in access to quality health care.
  • Increase European funding for health promotion, focusing it on local, non-commercial public health. It must be possible to allocate European support to staff costs.

Our priorities

  • Review the guidelines applicable to the health and social protection sectors by imposing strict rules on quality and accessibility for all, while preventing the selection of profitable services and solvent groups, in line with the SDG3.
  • Demand social, working conditions and environmental clauses in free trade agreements that respect the social determinants of health.
  • Preserve social welfare from the interests of private, profit-driven private insurance. Healthcare systems must be financed solely by public, not-for-profit social protection schemes.
  • The EU must allow Member States to integrate all logistical and technical services, as well as the products, services, and equipment essential to high-quality health services (medicines, research, medical equipment, prostheses, etc.) into a health service entity/operator, to protect them from mercantile abuses.
  • The EU must allow Member States to impose strict and overriding rules on public operators aimed at excluding any mercantile practices.
  • Imposer au niveau européen des normes sanitaires minimales, y compris en matière d’encadrement en personnel et de protection sociale correspondant aux besoins, permises par un financement public/solidaire suffisant (hors financement direct ou indirect du bénéficiaire).

Our priorities

  • The social protection needs of the population should be a priority in Member States’ budget decisions, both now and in the future.
  • Exclude healthcare and social protection spending from European budgetary frameworks (“Golden Rules”), including budgetary recommendations in the context of the European Semester.
  • Putting European solidarity on the agenda, in the form of tax and social harmonisation and the fight against tax evasion.
    • introduce harmonisation of corporation tax in all Member States and minimum tariffs
    • take coordinated action against the proliferation of tax regimes favourable to large companies.
  • Impose minimum health standards at the European level, including staffing levels and social protection in line with needs. These standards should be backed up by sufficient public/solidarity-based funding (excluding direct or indirect funding from the beneficiary).
  • Prohibit the allocation of European funds relating in any way to health and social protection to private for-profit initiatives. These funds should be reserved exclusively for public or non-market schemes. Under these conditions, the Europe4Health programme should be much more actively funded.

Nuestras prioridades

  • Los presupuestos de los Estados miembros deben permitir, sin presiones de la UE, responder a los desafíos sanitarios de hoy y de mañana (envejecimiento de la población, empobrecimiento, enfermedades crónicas, mentales y profesionales, etc.), sin aumentar la presión laboral. del personal de salud.
  • Los mecanismos de solidaridad deben brindar un mayor apoyo a los países menos ricos, permitiéndoles brindar a su personal de salud condiciones laborales y salariales comparables a las de los países más ricos. En este contexto, programas como Europe4Health deben contar con presupuestos mucho mayores.
  • Se trata de armonizar salarios y condiciones de trabajo al más alto nivel para permitir una verdadera libertad de movimiento de los profesionales.
  • Europa debe restringir la libertad de instalación si esto tiene como consecuencia poner en peligro los sistemas sanitarios de los países más frágiles.
  • Europa debe prohibir la intervención de empresas privadas con fines de lucro en el “tráfico de batas blancas”, ya sea en los países de salida o de llegada. Asimismo, la UE debe permitir que los estados miembros limiten el acceso al “mercado de la salud” a operadores privados como el empleo temporal o las empresas de servicios.

Nuestras prioridades

  • Europa debe desarrollar una organización europea independiente de las empresas farmacéuticas, que promueva la investigación universitaria y estatal, así cómo el desarrollo de medicamentos y productos médicos sobre la base de un coste real y necesidades identificadas, incluso si no son rentables.
  • Los medicamentos esenciales deben ser “accesibles, disponibles, económicamente asequibles, de buena calidad y bien utilizados” para satisfacer las necesidades de miles de millones de seres humanos en Europa y en otras partes del mundo.
  • En caso de que se disponga de un recurso de genéricos de calidad, debemos priorizarlo mediante la contratación pública. Cuando un medicamento se vende a un precio anormalmente alto, debería ser posible la producción de copias del medicamento antes de que expire la patente.
  • Las instituciones europeas, como la EMA y la Comisión Europea, deben apoyar el desarrollo de nuevos modelos de investigación, desarrollo, producción y distribución de productos de calidad.
  • En términos de investigación, se debe fomentar la cooperación internacional y proporcionar financiación pública sin dejar el beneficio a los inversores privados.
  • Es necesario determinar mejor el carácter innovador y la necesidad social y terapéutica en relación con las alternativas ya disponibles en el mercado de los medicamentos (medicamentos genéricos y biosimilares, por ejemplo). Es necesario mejorar la colaboración entre los Estados miembros y las instituciones europeas para evaluar el valor de un nuevo fármaco y el coste de su desarrollo.

Nuestras prioridades

  • La UE tiene un papel central que desempeñar en la mejora de la salud atacando las causas fundamentales, como los determinantes sociales, medioambientales, ecológicos, de género, de las condiciones laborales, etc., de la salud. La UE debe integrar cláusulas sociales, medioambientales y sanitarias en todas las medidas que afecten a los determinantes de la salud.
  • Es urgente que Europa reconozca las interconexiones entre la protección ambiental, los desafíos climáticos, el sistema económico, la justicia social en nuestras sociedades y el estado de salud de las poblaciones.
  • Europa debe presionar a los Estados miembros para que implementen un enfoque transversal de las políticas evaluando las consecuencias de cada decisión en todos los sectores sobre la salud, de acuerdo con las recomendaciones de la OMS “salud en todas las políticas”. https://www.who.int/social_determinants/french_adelaide_statement_for_web.pdf
    https://www.who.int/social_determinants/hiap_statement_who_sa_final.pdf
    En este sentido, debe prestarse especial atención a la educación para la salud, desde la más temprana edad, y a la protección de Público joven contra la publicidad de productos nocivos (alimentos, plásticos, bebidas, etc.).
  • Asimismo, la UE debe hacer recomendaciones sobre seguridad y salud en el trabajo coercitivas, con sanciones.

Nuestras prioridades

  • Considerar la democracia sanitaria como un determinante de la salud, pero también como garante de tener en cuenta los determinantes de la salud. En este sentido, Europa debe integrar esta lógica en sus competencias (medio ambiente, medicamentos, condiciones laborales, etc.)
  • Europa debe promover un modelo que garantice la colaboración horizontal entre los actores sanitarios y un papel de socios para los pacientes. Para ello, la UE debe presionar a los Estados para:
    • reforzar el reconocimiento de las asociaciones de pacientes y usuarios
    • ampliar la participación de pacientes y usuarios en las relaciones con los proveedores de atención sanitaria, las instituciones sanitarias y a nivel político, evitando así la influencia de los lobbies económicos.
  • Europa debe implementar un diálogo social real sobre la escasez de personal sanitario mediante una mejora de las condiciones laborales y salariales; la Comisión debe respetar las conclusiones de este diálogo social. La UE debe dar a los sindicatos y asociaciones de usuarios un lugar tan importante como el de las federaciones de empresarios.
  • La UE debe combatir el papel de los lobbies con intereses económicos en áreas que afectan directa o indirectamente a la salud pública.

Nuestras prioridades

  • La Unión Europea debe exigir a los Estados miembros que garanticen una financiación pública o contribuciones sociales suficientes para los servicios sanitarios públicos y no de mercado, favoreciendo un sistema de protección social único y universal que ofrezca servicios accesibles a todos, idénticos y de alta calidad.
  • La Unión Europea debe, de conformidad con el pilar de derechos sociales europeos, aspirar a la accesibilidad universal a la asistencia sanitaria, por un lado garantizando un alto nivel de bienestar de la población y, por otro, garantizando el acceso a una asistencia sanitaria de calidad para toda la población sin condiciones.
  • Establecer mecanismos de sanción para los países que excluyen a grupos vulnerables de la protección social y no respetan el principio de no discriminación para el acceso a una atención de calidad.
  • Ampliar los fondos europeos para la promoción de la salud, orientándolos hacia la salud pública local y no comercial. El apoyo europeo debe poder asignarse a los costes de personal.

Nuestras prioridades

  • Revisar las directivas relativas a los servicios públicos y la contratación aplicables a los sectores de salud y protección social imponiendo reglas estrictas sobre calidad y accesibilidad para todos excluyendo la selección de servicios rentables y poblaciones solventes, esto en línea con el ODS 3.
  • Exigir condiciones sociales, laborales y ambientales en acuerdos de libre comercio que respeten los determinantes sociales de la salud.
  • Preservar la protección social de la ambición de las compañías de seguros privadas con fines de lucro. Los sistemas de salud deben ser financiados exclusivamente por sistemas de protección social públicos y sin fines de lucro.
  • La UE debe permitir a los Estados miembros integrar en una entidad/operador de servicios sanitarios todos los servicios logísticos y técnicos, así como los productos, servicios y materiales esenciales para unos servicios sanitarios de calidad (medicamentos, investigación, equipos médicos, prótesis, etc.) con el fin de protegerlos de los abusos comerciales.
  • La UE debe permitir a los Estados miembros imponer normas estrictas y absolutas a los operadores públicos destinadas a excluir cualquier práctica mercantil.

Nuestras prioridades

  • Las necesidades de la población en materia de protección social, hoy y mañana, deben definirse como una prioridad en las decisiones presupuestarias de los Estados miembros.
  • Excluir el gasto en atención sanitaria y protección social de los marcos presupuestarios europeos (“Reglas de Oro”), incluidas las recomendaciones presupuestarias en el marco del Semestre Europeo.
  • Poner en la agenda la solidaridad europea, que se traduce en armonización fiscal y social, así como en la lucha contra la evasión fiscal.
    • aplicar la armonización del impuesto de sociedades en todos los Estados miembros y el establecimiento de tipos mínimos
    • tomar medidas coordinadas contra la proliferación de regímenes fiscales favorables a las grandes corporaciones.
  • Imponer normas sanitarias mínimas a nivel europeo, incluso en términos de supervisión del personal y protección social correspondientes a las necesidades, permitidas por suficiente financiación pública/solidaria (excluyendo la financiación directa o indirecta del beneficiario).
  • Prohibir la asignación de fondos europeos destinados directa o indirectamente a la salud y la protección social hacia iniciativas privadas con ánimo de lucro. Estos fondos deben reservarse únicamente para esquemas públicos o no de mercado. En estas condiciones, financiar el programa Europa4Salud de una forma mucho más proactiva.

Le nostre priorità

  • I bilanci degli Stati membri devono consentire, senza pressioni da parte dell’UE, di affrontare le sfide sanitarie di oggi e di domani (invecchiamento della popolazione, impoverimento, malattie croniche, mentali e professionali, ecc.), senza aumentare la pressione sul lavoro del personale sanitario.
  • Meccanismi di solidarietà dovrebbero garantire un sostegno più ampio ai paesi meno ricchi, consentendo loro di assicurare al personale sanitario condizioni lavorative e salariali paragonabili a quelle dei paesi più ricchi. In questo contesto, programmi come Europe4Health dovrebbero avere budget nettamente superiori.
  • L’obiettivo è armonizzare al massimo livello i salari e le condizioni di lavoro per consentire una reale libertà di circolazione dei professionisti.
  • L’Europa dovrebbe limitare la libertà di se questo comporta il rischio di mettere in pericolo i sistemi sanitari dei paesi più fragili.
  • L’Europa dovrebbe vietare l’intervento di imprese private a scopo di lucro nel “traffico delle divise bianche”, sia nei paesi di partenza che in quelli di arrivo.
  • L’Unione Europea dovrebbe consentire agli Stati membri di limitare l’accesso al “mercato della salute” agli operatori privati come società di lavoro temporaneo o di servizi.
  • L’UE dovrebbe facilitare l’accesso alle professioni sanitarie in un periodo di carenza come l’attuale.

Le nostre priorità

  • L’Europa deve sviluppare un ente europeo indipendente dalle aziende farmaceutiche, promuovendo la ricerca universitaria e pubblica e la produzione di medicinali e prodotti medici basati su costi reali e sui bisogni identificati, anche se non risultassero redditizi.
  • I farmaci essenziali devono essere “accessibili, disponibili, economicamente abbordabili, di buona qualità e utilizzati correttamente”, al fine di rispondere ai bisogni di miliardi di persone in Europa e nel resto del mondo.
  • Nel caso in cui una risorsa di farmaci generici (soggetti agli stessi requisiti di qualità e controllo di tutti i farmaci) sia disponibile, dovremmo darvi priorità tramite gli appalti pubblici. Quando un farmaco è venduto a un prezzo eccessivamente alto, la produzione di questi farmaci prima della scadenza del brevetto dovrebbe essere resa possibile attraverso licenze obbligatorie. Di conseguenza, l’uso delle licenze obbligatorie dovrebbe essere semplificato. In situazioni di crisi sanitaria, come la pandemia da COVID o quando ci sono bisogni sanitari insoddisfatti, la revoca dei brevetti su tutte le terapie deve essere una scelta necessaria.
  • Le istituzioni europee, come l’EMA e la Commissione Europea, devono sostenere lo sviluppo di nuovi modelli di ricerca e sviluppo, produzione e distribuzione di prodotti di qualità, come quelli basati sui principi della “scienza aperta” e su licenze socialmente responsabili, in base alle esigenze mediche e sociali. Le collaborazioni internazionali devono essere incoraggiate e i finanziamenti pubblici devono essere forniti in quantità necessaria, senza lasciare i benefici agli investitori privati.
  • È necessario stabilire una migliore collaborazione tra gli Stati membri e le istituzioni europee per valutare il valore di un nuovo medicinale, il costo del suo sviluppo e accedere a tutte le informazioni utili.
  • È necessario determinare in modo più preciso l’innovazione e la necessità sociale e terapeutica rispetto alle alternative già disponibili sul mercato dei farmaci (come i farmaci generici e biosimilari, ad esempio)

Le nostre priorità

  • L’UE deve includere clausole sociali, ambientali e sanitarie in tutte le misure che riguardano i determinanti della salute.
  • È urgente che l’Europa riconosca le interconnessioni tra protezione dell’ambiente, sfide climatiche, sistema economico, giustizia sociale nelle nostre società e stato della salute pubblica.
  • L’UE ha un ruolo centrale nel migliorare la salute affrontando le cause profonde, come i determinanti sociali, ambientali, ecologici, di genere e le condizioni di lavoro, … della salute.
  • L’Europa deve spingere gli Stati membri ad attuare un approccio intersettoriale alle politiche, valutando le conseguenze sulla salute di ogni decisione in tutti i settori, in linea con le raccomandazioni dell’OMS sulla « salute in tutte le politiche ».
  • In quest’ottica, occorre prestare particolare attenzione all’educazione alla salute fin dalla più tenera età e alla protezione dei giovani dalla pubblicità di prodotti nocivi (alimenti, plastica, bevande, ecc.).
  • Allo stesso modo, l’UE deve rendere esecutive, con sanzioni, le raccomandazioni in materia di salute e sicurezza sul lavoro.

Le nostre priorità

  • La democrazia sanitaria deve essere considerata come un determinante della salute, ma anche come una garanzia che i determinanti della salute siano presi in considerazione. A tal fine, l’Europa deve integrare questo approccio nelle sue competenze (ambiente, farmaci, condizioni di lavoro, ecc.).
  • L’Europa deve promuovere un modello che garantisca una collaborazione orizzontale tra gli attori della sanità e che dia spazio ai pazienti come partner. Per raggiungere questo obiettivo, l’UE deve incoraggiare gli Stati membri a :
    • Rinforzare il ruolo ed il riconoscimento delle associazioni che intervengono nell’ambito della salute della popolazione.
    • Estendere la partecipazione delle persone e dei pazienti nella relazione con i sanitari, con le istituzioni sanitarie e a livello politico, evitando così la sola influenza delle lobby economiche.
  • L’Europa deve attuare un vero dialogo sociale sulla carenza di personale sanitario, migliorando le condizioni di lavoro e i salari; la Commissione deve rispettare le conclusioni di questo dialogo sociale.
  • L’UE deve dare ai sindacati un ruolo importante quanto quello delle federazioni dei datori di lavoro.
  • L’UE deve combattere il ruolo delle lobby con interessi economici in settori che hanno un impatto diretto o indiretto sulla salute pubblica.

Le nostre priorità

  • L’Unione europea deve esigere che gli Stati membri assicurino un finanziamento pubblico sufficiente per i servizi sanitari pubblici e non di mercato, garantendo un sistema di protezione sociale universale basato sulla solidarietà, che offra servizi accessibili a tutte le persone, identici e di alta qualità.
  • L’Unione Europea, in linea con la Fondazione Europea per i Diritti Sociali, deve puntare all’accesso universale all’assistenza sanitaria, da un lato garantendo un elevato livello di benessere alla popolazione, dall’altro garantendo l’accesso a cure di qualità a tutta la popolazione senza condizionamenti.
  • Mettere in atto meccanismi sanzionatori per i Paesi che escludono dalla protezione sociale i gruppi vulnerabili e non rispettano il principio di non discriminazione nell’accesso a un’assistenza sanitaria di qualità.
  • Aumentare i finanziamenti europei per la promozione della salute, concentrandoli sulla sanità pubblica locale e non commerciale. Deve essere possibile destinare il sostegno europeo ai costi del personale.

Le nostre priorità

  • Rivedere le direttive sui servizi e sugli appalti pubblici applicabili ai settori della sanità e della protezione sociale, imponendo regole severe sulla qualità e sull’accessibilità per tutte e tutti, escludendo la possibilità di scegliere solo servizi redditizi e gruppi di persone « solvibili », in linea con l’SDG3.
  • Esigere delle clausole sociali, di condizioni di lavoro e ambientali negli accordi di libero scambio che rispettino i determinanti sociali della salute.
  • Preservare la protezione sociale dagli appetiti degli assicuratori privati a scopo di lucro. I sistemi sanitari devono essere finanziati esclusivamente dalla protezione sociale pubblica, senza scopo di lucro.
  • Consentire agli operatori pubblici di mantenere tutti i servizi logistici, nonché i prodotti, i servizi e le attrezzature essenziali per servizi sanitari di alta qualità (farmaci, ricerca, attrezzature mediche, protesi, ecc.) nella sfera non di mercato, promuovendo l’identità di tutti gli operatori sanitari (enti ospedalieri, servizi di assistenza domiciliare, servizi residenziali per anziani, ecc.) al di fuori della logica di mercato.
  • L’UE deve consentire agli Stati membri di imporre agli operatori pubblici norme rigorose e vincolanti volte a escludere tutte le pratiche mercantili.
  • L’UE deve consentire agli Stati membri di integrare tutti i servizi logistici e tecnici in un’entità di servizio/operatore sanitario, escludendoli così dalle norme commerciali.

Le nostre priorità

  • Le esigenze di protezione sociale della popolazione devono essere definite come prioritarie nei controlli di bilancio degli Stati membri.
  • I bilanci degli Stati membri devono permettere di rispondere alle sfide sanitarie di oggi e di domani (invecchiamento della popolazione, impoverimento, malattie croniche, mentali e professionali, ecc.). Concretamente, delle scelte politiche alternative sono possibili : Esclusione delle spese per la sanità e la protezione sociale dalle valutazioni di bilancio europei (“regole d’oro”), comprese le raccomandazioni di bilancio nel contesto del semestre europeo.
  • Mettere all’ordine del giorno una vera solidarietà europea, che si traduce con forme di armonizzazione fiscale e sociale e di lotta all’evasione fiscale. In questo modo ogni Stato potrà finanziare le politiche pubbliche. Abbiamo bisogno di un’economia che soddisfi i bisogni della maggioranza piuttosto che sostenere i profitti di una minoranza. Determinare dei sistemi fiscali progressivi in tutta Europa. Si tratta in particolare di
    • Introdurre un’armonizzazione dell’imposta sulle società in tutti gli Stati membri e definire delle tariffe minime
    • Determinare un’azione coordinata contro la proliferazione dei regimi di tassazione della proprietà intellettuale (patent box). Non è dimostrato, infatti, che tali vantaggi fiscali per le grandi aziende farmaceutiche incoraggino l’innovazione. Al contrario, incoraggiano la concorrenza fiscale tra gli Stati membri.
  • Imporre standard sanitari minimi a livello europeo, compresi livelli di personale e protezione sociale corrispondenti alle esigenze, grazie a un finanziamento pubblico/solidale sufficiente (esclusi i finanziamenti diretti o indiretti dei beneficiari).
  • Vietare di destinare i fondi europei destinati in qualsiasi modo alla salute e alla protezione sociale a iniziative private a scopo di lucro. Questi fondi devono essere riservati esclusivamente a programmi pubblici o non a fini di lucro. A queste condizioni, il programma Europe4Health dovrebbe essere finanziato molto più attivamente.

Nos priorités

  • Les budgets des états membres doivent permettre, sans pression de l’UE, de répondre aux enjeux sanitaires d’aujourd’hui et de demain (vieillissement de la population, paupérisation, maladies chroniques, mentales et professionnelles, etc.), sans accroître la pression au travail des personnels de santé.
  • Des mécanismes de solidarité doivent produire un soutien plus important pour les pays moins riches, leur permettant d’assurer à leur personnel de santé des conditions de travail et salariales comparables aux pays plus riches. Dans ce cadre, des programmes comme Europe4Health doivent disposer de budgets très largement supérieurs.
  • Il s’agit d’harmoniser au niveau le plus haut les salaires et les conditions de travail afin de permettre une réelle liberté de circulation des professionnels.
  • L’Europe doit restreindre la liberté d’installation si celle-ci a pour conséquence de mettre en péril les systèmes de santé dans les pays plus fragiles.
  • L’Europe doit interdire l’intervention de firmes privées à but lucratif dans la « traite des blouses blanches », que ce soit dans les pays de départ ou dans les pays d’arrivée. De même, l’UE doit permettre aux Etats membres de limiter l’accès au « marché de la santé » aux opérateurs privés tels que les sociétés d’intérim ou de services.

Nos priorités

  • L’Europe doit développer un organisme européen indépendant des firmes pharmaceutiques, promouvant la recherche universitaire et d’Etat, et le développement de médicaments et produits médicaux sur la base d’un coût vérité et des besoins identifiés, quand bien même ils ne seraient pas rentables.
  • Les médicaments essentiels doivent être « accessibles, disponibles, économiquement abordables, de bonne qualité et bien utilisés », afin de répondre aux besoins de milliards d’humains en Europe et ailleurs dans le monde.
  • Dans le cas où une ressource de génériques de qualité est disponible, nous devons en donner la priorité par le biais des marchés publics. Lorsqu’un médicament est vendu à un prix anormalement élevé, la production de copies de médicaments avant l’expiration du brevet devrait être rendue possible.
  • Les institutions européennes, comme l’EMA et la commission européenne, doivent soutenir le développement des nouveaux modèles de recherche et développement, de production et de distribution de produits de qualité.
  • En matière de recherche, les coopérations internationales doivent être encouragées et des financements publics fournis sans en laisser le bénéfice aux investisseurs privés.
  • Il faut mieux déterminer le caractère innovant et le besoin sociétal et thérapeutique par rapport aux alternatives déjà disponibles sur le marché des médicaments (médicaments génériques et biosimilaires par exemple). Il faut améliorer la collaboration entre les Etats membres et les institutions européennes pour évaluer la valeur d’un nouveau médicament et le coût de son développement.

Nos priorités

  • L’UE a un rôle central à jouer dans l’amélioration de la santé en attaquant les causes profondes telles que les déterminants sociaux, environnementaux, écologiques, de genre, de conditions de travail, … de la santé. L’UE doit intégrer des clauses sociales, environnementales, sanitaires dans l’ensemble des dispositifs touchant les déterminants de la santé.
  • Il est urgent que l’Europe reconnaisse les interconnexions entre la protection de l’environnement, les défis climatiques, le système économique, la justice sociale dans nos sociétés, et l’état de santé des populations.
  • L’Europe doit pousser les Etats membres à mettre en place une approche transversale des politiques en évaluant les conséquences de chaque décision dans tous les secteurs sur la santé, conformément aux recommandations de l’OMS « health in all policies» . https://www.who.int/social_determinants/french_adelaide_statement_for_web.pdf
    https://www.who.int/social_determinants/hiap_statement_who_sa_final.pdf
    Dans ce sens, une attention particulière doit être portée à l’éducation pour la santé, dès le plus jeune âge et à la protection des publics jeunes contre les publicités pour des produits nocifs (nourriture, plastiques, boissons,…).
  • De même, l’UE doit rendre coercitives, avec sanction, les recommandations en matière de sécurité et santé au travail.

Nos priorités

  • Considérer la démocratie sanitaire comme un déterminant de la santé, mais aussi comme garante de la prise en compte des déterminants de la santé. Dans ce sens, l’Europe doit intégrer cette logique dans ses compétences (environnement, médicaments, conditions de travail, …).
  • L’Europe doit promouvoir un modèle garantissant une collaboration horizontale entre acteurs de la santé, et une place de partenaires pour les patients. Pour ce faire, l’UE doit pousser les Etats à :
    • renforcer la reconnaissance des associations de patients et usagers
    • étendre la participation des patients et usagers aux relations avec les prestataires de soins, aux institutions de soins et aux niveaux politiques, évitant ainsi l’influence des lobbies économiques.
  • L’Europe doit mettre en œuvre un réel dialogue social en matière de pénurie de personnel de santé via une amélioration des conditions de travail et des salaires ; la Commission doit à respecter les conclusions de ce dialogue social. L’UE doit donner aux syndicats une place aussi importante que celle des fédérations patronales.
  • L’UE doit combattre le rôle des lobbies ayant des intérêts économiques dans les domaines qui touchent de près ou de loin à la santé publique.

Nos priorités

  • L’Union Européenne doit exiger des Etats membres d’assurer un financement public ou par les cotisations sociales suffisant pour les services de santé publics et non marchands, garantissant un système de protection sociale solidaire et universel offrant des services accessibles à tous et toutes, identiques et de haute qualité.
  • L’Union Européenne doit, en concordance avec le Socle des droits sociaux européens, viser une accessibilité universelle aux soins de santé d’une part en garantissant un haut niveau de bien-être de la population, d’autre part en garantissant un accès aux soins de qualité pour toute la population sans conditionnalité.
  • Mettre en place des mécanismes de sanctions pour les pays qui excluent des groupes vulnérabilisés de la protection sociale et ne respectent pas le principe de non-discrimination pour un accès des soins de qualité .
  • Amplifier les fonds européens pour la promotion de la santé, en les orientant vers une santé publique de proximité et non commerciale. Le soutien européen doit pouvoir être affecté à des dépense en personnel.

Nos priorités

  • Revoir les directives relatives aux services et marchés publics applicables aux secteurs de la santé et de la protection sociale en imposant des règles strictes sur la qualité et l’accessibilité pour tous et toutes tout en excluant la sélection des prestations rentables et des publics solvables, ceci en accord avec l’ODD3.
  • Exiger des clauses sociales, de conditions de travail et environnementales dans les accords de libre-échange qui respectent les déterminants sociaux de la santé.
  • Préserver la protection sociale des appétits des assurances privées à but lucratif. Les systèmes de santé doivent être financés exclusivement par des dispositifs de protection sociale publiques, non lucratifs.
  • L’UE doit permettre aux Etats membres d’intégrer dans une entité de service/opérateur de santé l’ensemble des services logistiques et techniques, ainsi que les produits, services et matériels essentiels à des services de santé de qualité (médicaments, recherche, matériel médical, prothèses, etc.) de façon à les protéger des dérives mercantiles.
  • L’UE doit permettre aux Etats membres d’imposer aux opérateurs publics des règles strictes et prépondérantes visant à exclure toute pratique mercantile.

Nos priorités

  • Les besoins de la population en matière de protection sociale, d’aujourd’hui et de demain, doivent être définis comme priorité dans les décisions budgétaires des États membres.
  • Exclure les dépenses de soins de santé et de protection sociale des cadres budgétaires européens (« Règles d’or »), y compris des recommandations budgétaires dans le cadre du semestre européen.
  • Mettre à l’agenda la solidarité européenne qui se traduit par l’harmonisation fiscale et sociale ainsi que la lutte contre l’évasion fiscale.
    • mettre en place une harmonisation de l’impôt sur les sociétés dans tous les États membres et de l’instauration de tarifs minimaux
    • prendre des mesures coordonnées contre la prolifération les régimes de taxation favorables aux grands société
  • Imposer au niveau européen des normes sanitaires minimales, y compris en matière d’encadrement en personnel et de protection sociale correspondant aux besoins, permises par un financement public/solidaire suffisant (hors financement direct ou indirect du bénéficiaire).
  • Interdire l’affectation des Fonds européens visant de près ou de loin la Santé et la protection sociale vers des initiatives privées à but lucratif. Ces fonds doivent être réservés aux seuls dispositifs publics ou Non marchands. Dans ces conditions, financer de façon beaucoup plus volontariste le programme Europe4Health

Abonneer je op onze nieuwsbrief